Liquiditeit
Liquiditeit
De liquiditeit geeft aan in welke mate een organisatie aan haar kortlopende verplichtingen kan voldoen. De liquiditeit wordt uitgedrukt in een percentage en noemt met een kengetal of ratio. Het kengetal of ratio kan vervolgens vergeleken worden met andere organisatie, of met de eigen organisatie over de voorgaande jaren of ten opzichte van de gestelde norm. In veel gevallen wordt de liquiditeit berekend met behulp van de cijfers zoals opgenomen in de jaarrekening.
Norm liquiditeit
Als vuistregel geldt dat een liquiditeit tussen de 100% en 200% (oftewel tussen 1 en 2) als aanvaardbaar. De norm voor de liquiditeit is afhankelijk van de organisatie, branche, marktomstandigheden en diverse andere facturen. Een current ratio van 1,5 tot 2 is goed en zorgt ervoor dat een organisatie aan haar kortlopende verplichten kan voldoen. Een quick ratio van 1 tot 1,5 is een gezonde ratio voor een organisatie. De begrippen current ratio en quick ratio worden nader toegelicht.
Current ratio
De current ratio is de liquiditeit, waarbij rekening is gehouden met de jaarrekeningpost voorraden.
Quick ratio
De quick ratio is de liquiditeit, waarbij de voorraden buiten beschouwing zijn gelaten. Dit is gebruikelijk bij een organisatie, waarbij er een omvangrijke kernvoorraad van toepassing is. Een voorbeeld van een organisatie met een hoge kernvoorraad is een juwelier of een autobedrijf.
Een juwelier heeft altijd een gemiddelde hoge voorraadwaarde met een relatief lage omloopsnelheid, waardoor deze waarde niet makkelijk om te zetten is in liquide middelen, waarmee de kortlopende schuld betaald kan worden.
Statische liquiditeit of dynamische liquiditeit
Met de statische liquiditeit wordt bedoeld een ratio op één moment, zoals het bepalen van de current ratio, quick ratio of het werkkapitaal. De dynamische liquiditeit is een percentage of absoluut getal gemeten over een langere periode, zoals op basis van een liquiditeitsbegroting.